Stichting beboet voor illegaal verwijderen asbest

Geplaatst op

De Inspectie SZW heeft aan een stichting voor jeugdzorg en hulpverlening een boete opgelegd van €100.800,- voor het illegaal verwijderen van asbesthoudende panelen van woonunits in Venlo.

Naar aanleiding van een klacht heeft de Inspectie SZW een controle uitgevoerd op een woonlocatie in Venlo. Geconstateerd werd dat er reparaties aan buitenpanelen van woonunits had plaatsgevonden. De technische dienst van de stichting had het door vandalisme beschadigde plaatmateriaal zelf gerepareerd en vervangen. Losliggende stukjes van de betreffende panelen lagen verspreid in de omgeving rondom de gebouwen en in het grasveld. Hoewel de medewerkers van de technische dienst op de hoogte waren dat het plaatmateriaal van de uit de jaren zeventig daterende gebouwen mogelijk asbesthoudend materiaal bevatte, is de reparatie toch door hen zelf uitgevoerd.

De asbesthoudende panelen hadden verwijderd moeten worden door een gecertificeerd asbestsaneringsbedrijf. Er zijn dan ook verschillende overtredingen begaan. Zo zijn de werkzaamheden niet gemeld bij de Inspectie SZW, is er geen inventarisatierapport opgesteld, is er geen passende adembescherming en persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt en is het asbesthoudend afval niet op de juiste wijze verpakt en afgevoerd.

De stichting die hiervoor verantwoordelijk is heeft een boete opgelegd gekregen van € 100.800,-. De stichting heeft daarnaast een waarschuwing ontvangen dat bij herhaling van eenzelfde of soortgelijke overtreding kan worden besloten om het bedrijf gedurende langere tijd stil te leggen.

Voor de Inspectie SZW is de aanpak van misstanden in de asbestsector een van de speerpunten. Daarom is een speciaal team geformeerd met inspecteurs, die zijn vrijgemaakt voor de aanpak van misstanden.

Het gebruik van asbest is in Nederland al sinds 1994 verboden. Alle bedrijven in Nederland die asbest verwijderen, moeten dat vooraf bij de Inspectie SZW melden. In ons land zijn er ongeveer 300 bedrijven die gecertificeerd zijn om asbest te verwijderen (www.ascert.nl).

Asbest als onderdeel van uw Ri&E

Elk bedrijf met personeel moet op grond van het Arbeidsomstandighedenbesluit (laten) onderzoeken of het werk gevaar kan opleveren of schade kan veroorzaken aan de gezondheid van werknemers.

Dit onderzoek, dat schriftelijk moet worden vastgelegd, wordt een risico-inventarisatie en -evaluatie (Ri&E) genoemd.

Aanwezigheid van asbest in het gebouw waar werknemers werken, is een van de risico’s die moet worden geïnventariseerd.

Maar ook wanneer werknemers onderhoud aan asbesthoudende materialen plegen, is er sprake van een risico. De ri&e moet opnieuw worden uitgevoerd als de omstandigheden wijzigen, bijvoorbeeld als de aanwezigheid van (niet-hechtgebonden) asbest wordt vermoed, terwijl dit bij de oorspronkelijke Ri&E niet was opgemerkt. Atlasverzuim.nl kan u ondersteunen bij vragen over en het opstellen en laten uitvoeren van een Ri&E en het daaraan gekoppelde plan van aanpak.

• Risico-inventarisatie en evaluatie (Ri&E) van het blootstellingsgevaar aan asbest in een arbeidssituatie. Deze ri&e is bedoeld om te voorkomen dat in een arbeidssituatie blootstelling aan asbest plaatsvindt. .

• Bepaling van de aanwezigheid van asbest in een product of materiaal. Een genormaliseerde en gevalideerde methode voor monstername en analyse van asbest in materialen is vastgelegd in de Nederlandse norm NEN 5896.

• Bepaling van het asbestgehalte in puingranulaat, afval of een weg. Een genormaliseerde en gevalideerde methode voor monstername is vastgelegd in de Nederlandse norm NEN 5897.

• Onderzoek naar de aanwezigheid van asbest in of op de bodem of in grond. Een genormaliseerde en gevalideerde methode voor monstername en analyse van asbest in grond en bodem is vastgelegd in NEN 5707.

• Eindmeting om te bepalen of de asbestconcentratie zich na verwijdering van asbest beneden de vrijgavegrens bevindt. Voor vrijgavemetingen (metingen na asbestverwijdering door deskundige bedrijven) is de NEN 2991 van toepassing.