Het regeerakkoord van kabinet Rutte III is een feit. Wat zijn de gevolgen voor zzp’ers en het MKB? De winstbelasting wordt bijvoorbeeld verlaagd en de loondoorbetaling bij ziekte wordt voor kleine werkgevers verkort. We zetten graag enkele maatregelen voor u op een rij.
Lagere vennootschapsbelasting
De vennootschapsbelasting wordt verlaagd. Voor de eerste € 200.000,- winst daalt het tarief in stappen van 20% naar 16% in 2021. Over een winst van meer dan € 200.000,- daalt de belasting in fases van 25% naar 21% in 2021. De dividendbelasting wordt helemaal afgeschaft.
Omzetbelasting (BTW)
Het tarief omzetbelasting bedraagt momenteel 21%. Voor bepaalde goederen en diensten, zoals levensmiddelen, bedraagt het btw-tarief 6%. Dit is het lage btw-tarief. Het nieuwe kabinet wil dit lage btw-tarief in 2019 verhogen naar 9%. Hierdoor kunnen prijzen in bijvoorbeeld winkels stijgen.
Kortere loondoorbetaling bij ziekte voor kleine werkgevers
Een voornemen van dit kabinet is om kleine werkgevers (tot 25 werknemers) nog maar één jaar in plaats van twee jaar het loon van een zieke werknemer door te laten betalen. Zo moet het makkelijker worden voor mkb’ers om personeel aan te nemen. Wel moeten kleine werknemers een premie gaan betalen. Dit moet het mogelijk maken voor het UWV om in het tweede jaar de loondoorbetaling over te nemen. De werknemer heeft ook in het tweede jaar ontslagbescherming.
Kraamverlof voor partners
De bestaande kraamverlofregeling van twee dagen voor partners wordt per 1 januari 2019 verlengd naar vijf dagen. Gedurende dit kraamverlof betaalt de werkgever het volledige loon door. Dit betekent een kostenverhoging voor de werkgever.
Met ingang van 1 juli 2020 wordt bovendien een aanvullend kraamverlof voor partners geïntroduceerd. De partner kan vijf weken verlof opnemen in het eerste half jaar na de geboorte. Gedurende die vijf weken betaalt het UWV een uitkering van 70% van het loon. De uitkering is gemaximeerd op de 70% van het maximum-dagloon.
Arbeidsrecht
De proeftijd bij contracten van twee jaar of langer wordt drie maanden. Dit was twee maanden. Bij contracten voor onbepaalde tijd wordt de proeftijd verlengd van twee naar vijf maanden. Een werkgever kan gedurende drie jaar tijdelijke contracten aanbieden. Dit was twee jaar. Daarna kunnen werknemers alleen nog een contract voor onbepaalde tijd krijgen. Als er tussen opvolgende contracten een periode van zes maanden of meer zit, begint de periode van drie jaar opnieuw. Afhankelijk van de aard van het werk zijn per sector afwijkingen mogelijk, zoals al het geval is bij seizoensarbeid.
Versoepeling ontslagrecht
In het ontslagrecht wordt het voor werkgevers mogelijk om een werknemer te ontslaan op grond van een samenstel van ontslaggronden die ieder afzonderlijk het ontslag niet rechtvaardigen. Hier staat voor de werknemer tegenover dat de rechter een extra ontslagvergoeding kan toekennen.
Overige maatregelen
Het kabinet wil het aantal stalbranden verminderen en zal daarom samen met verzekeringsmaatschappijen en kwaliteitsexperts vóór 2019 afspraken maken. Gedacht wordt aan afspraken over een periodieke elektrakeuring en de bestrijding van knaagdieren.