Prinsjesdag 2014 voor ondernemers

Geplaatst op

Huishoudens gaan er in 2015 gemiddeld 0,5% op vooruit. De economie groeit met 1,25%. Het begrotingstekort komt uit op 2,2% en de werkloosheid neemt af van 650.000 naar 605.000 mensen. Het kabinet zet in op een  snellere afname van de werkloosheid. Het meest spraakmakende is het plan om 100.000 extra banen te creëren. Om dat te bereiken wordt 15 miljard euro lastenverlaging op arbeid voorgesteld.

Hogere leeftijdsgrens mobiliteitsbonus
De mobiliteitsbonus moet ervoor zorgen dat meer oudere uitkeringsgerechtigden aan de slag komen. De leeftijdsgrens hiervoor gaat per 1 januari 2015 omhoog van 50 jaar naar 56 jaar. Als je iemand vanaf deze leeftijd in dienst neemt, kom je in aanmerking voor een korting op de premies voor werkgeversverzekeringen.

Belastingen
Verhoging arbeidskorting
Door de arbeidskorting fors te verhogen, zorgt het kabinet ervoor dat werken volgend jaar meer loont. Hiervoor wordt structureel 500 miljoen euro vrijgemaakt. Deze stimulering komt bovenop een verhoging van de arbeidskorting die al was opgenomen in het Belastingplan 2014. In totaal loopt het voordeel voor een werkende op tot ongeveer 500 euro.

Aangepast tarief eerste schijf
Het tarief voor de eerste schijf van de inkomstenbelasting bedraagt volgend jaar 36,5 procent. Dat is weliswaar een verhoging met 0,25 procentpunt ten opzichte van 2014, maar een verlaging in vergelijking met het tarief van 36,76 procent dat aanvankelijk was voorzien voor 2015. De tarieven van de overige belastingschijven blijven ongewijzigd.

Ouderschapsverlofkorting afgeschaft
De ouderschapsverlofkorting zal per 1 januari 2015 vervallen. Daarmee vervalt de mogelijkheid voor werknemers om het onbetaalde ouderschapsverlof te compenseren. De mogelijkheid om ouderschapsverlof te nemen blijft behouden.

Werkkostenregeling
In het belastingplan wordt de fiscale behandeling van vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers aangepast (‘werkkostenregeling’). Werkgevers zijn vanaf 1 januari 2015 verplicht om deze werkkostenregeling toe te passen. Zij moeten aan het einde van het jaar bepalen wat de totale loonsom
is. Van deze loonsom mag met ingang van 1 januari 2015 1,2% belastingvrij en ongetoetst aan  werknemers worden vergoed. Nu bedraagt deze ‘vrije ruimte’ nog 1,5% van de loonsom. Over de  vergoedingen en verstrekkingen die uitkomen boven die vrije ruimte is een eindheffing van 80%
verschuldigd. Tenzij een vrijstelling van toepassing is of de vergoeding of verstrekking ‘noodzakelijk’ is  (zie hierna). Na afloop van het kalenderjaar mag de op grond van de werkkostenregeling verschuldigde
belasting worden berekend en afgedragen in de aangifte over het eerste tijdvak. Daarnaast is het ook  mogelijk om al gedurende het jaar de verschuldigde eindheffing te berekenen en af te dragen.

Noodzakelijkheidscriterium
Naast de verplichtstelling van de werkkostenregeling wordt het zogenoemde  ‘noodzakelijkheidscriterium’ geïntroduceerd. Vergoedingen of verstrekkingen die de werkgever redelijkerwijs noodzakelijk voor de uitvoering van de dienstbetrekking vindt, mag de werkgever
belastingvrij geven. In het belastingplan wordt gesproken over gereedschappen, computers, en mobiele communicatiemiddelen die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de dienstbetrekking. Daarbij wordt
onder andere de voorwaarde gesteld dat de werknemer verplicht is tot teruggaaf of vergoeding van de restwaarde als de voorziening niet meer noodzakelijk is.

Branche eigen producten
Voor korting op producten van de eigen werkgever blijft een aparte vrijstelling van toepassing. De korting mag maximaal 20% van de waarde in het economisch verkeer bedragen en in totaal niet meer
dan € 500 per jaar zijn.

Concernregeling
In concernverband waarbij er sprake is van meerdere inhoudingsplichtigen kan jaarlijks de keuze gemaakt worden om als één werkgever te worden beschouwd. Daarbij geldt de voorwaarde dat gedurende het hele jaar sprake is van ondernemingen waarbij voor ten minste een belang van 95% in dochterondernemingen aanwezig is. Elke inhoudingsplichtige is hoofdelijk aansprakelijk voor de verschuldigde belasting van het concern.

Personeelsleningen
De fiscale behandeling van rentekorting op personeelsleningen zal in de Fiscale verzamelwet 2015
worden opgenomen. Deze wet zal in het voorjaar van 2015 worden behandeld.

Verlenging laag BTW-tarief
Ondernemers in de bouw profiteren dit jaar tijdelijk van een laag BTW-tarief. Dit moet de werkgelegenheid in de bouw een impuls geven. Het kabinet wil dat volgend jaar voortzetten en verlengt daarom het lage BTW-tarief op verbouwingen en renovaties. Tot 1 juli 2015 zal het mogelijk zijn om hier gebruik van te maken.

Gebruikelijkloonregeling gewijzigd
In 2014 geldt dat als een zakelijk loon hoger is dan € 44.000, een (doelmatigheids)marge mag worden toegepast. Hierbij mag het loon voor de DGA 30% lager gesteld worden, maar niet lager dan € 44.000.
Deze doelmatigheidsmarge wordt per 1 januari 2015 verlaagd van 30% naar 25%.
Met ingang van 1 januari 2015 moet het gebruikelijke loon kortweg tenminste gesteld worden op de hoogste van de volgende bedragen:
– 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
– het hoogste loon van enig werknemer in dezelfde of een verbonden vennootschap;
– € 44.000.
Omdat veel DGA’s afspraken met de Belastingdienst over het gebruikelijk loon hebben gemaakt, geldt voor het jaar 2015 een overgangsbepaling. In 2015 mag de DGA een loon in aanmerking nemen dat 75/70 van het in 2013 genoten loon bedraagt als dat hoger is dan € 43.000. Tenzij aannemelijk wordt
gemaakt dat het loon in 2015 op een ander bedrag moet worden gesteld.

Scholing
Introductie brug-WW
De brug-WW moet de kosten voor werkgevers drukken bij het omscholen van een werkzoekende. Om in aanmerking te komen, moet de werkzoekende aan de slag gaan in een sector met een tekort, zoals in de techniek. Hij krijgt dan voor de uren dat hij werkt salaris en voor de uren waarin de omscholing plaatsvindt een WW-uitkering. Deze maatregel geldt voor werknemers die met ontslag worden bedreigd of mensen met een WW-uitkering. De geplande ingangsdatum is 1 januari 2015.

Wet Werk en Zekerheid
Door het ontslagrecht te versoepelen wordt de arbeidsmarkt dynamischer. En daarnaast krijgt de steeds groter wordende groep flexwerkers zoveel mogelijk dezelfde rechten als werknemers met een vast contract. Deze wet regelt ook de beperking van de WW-duur van drie naar twee jaar. Een beperking die ook voor de duur van de loongerelateerde WGA-uitkering zal gelden.

Participatiewet
Meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk. Dat is wat de overheid voor ogen heeft met deze wet. Werkgevers en overheid hebben afgesproken 125.000 extra banen te scheppen voor mensen met een arbeidsbeperking. Dit is géén vrijblijvende afspraak.

Wet Bezava (beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters)
Bij eigen risicodragen Ziektewet geldt volgend jaar een zogeheten ‘terugkeerpremie’. Premiestelling is dan niet langer de enige factor bij de beslissing al dan niet terug te keren naar het publieke bestel.

Ziektewet/loondoorbetalingsplicht bij ziekte
In de aanloop naar Prinsjesdag heeft de Tweede Kamer op 25 juni 2014 met de minister gesproken over het Arbeidsmarktbeleid. Onderwerp van gesprek was de huidige loondoorbetalingsverplichting bij ziekte. Vormen de huidige loondoorbetaling bij ziekte, de (re-integratie) verplichtingen en de sancties niet een te zware belasting voor het mkb? Dit wordt onderzocht. Eind van het jaar informeert de minister de Tweede Kamer. De minister gaf tevens aan dat de duur van de loondoorbetaling bij ziekte niet wordt aangepast.

Beperking loondoorbetalingsplicht boven de AOW-leeftijd
Het plan om de loondoorbetalingsplicht voor zieke werknemers boven de AOW-leeftijd te beperken tot zes weken wordt voor eind van dit jaar naar de Tweede Kamer gestuurd.